Oefentoets Verbranding en Ademhaling

Oefentoets biologie: Verbranding en Ademhaling

De formule van verbranding:

Brandstof + 1 --> water + 2 + energie

Wat moet er ingevuld worden bij 2?
Helder kalkwater is een aantoningsstof voor koolstofdioxide.
Hoe noemen we zo'n aantoningsstof ook wel?
Twee uitspraken:

Willy zegt: In ingeademde lucht zit meer stikstof dan in uitgeademde lucht
Marc zegt: In ingeademde lucht zit meer koolstofdioxide dan in uitgeademde lucht
Bernard zegt: In ingeademde lucht zit minderwaterdamp dan in uitgeademde lucht

Wie hebben er gelijk?
1. Willy
2. Marc
3. Bernard
Twee uitspraken:

Marlon zegt: Verbranding vindt plaats in elke cel van je lichaam
Gerard zegt: In plantencellen vindt geen verbranding plaats

Wie heeft er gelijk
1. Beide gelijk
2. Marlon heeft gelijk
3. Gerard heeft gelijk
4. Beide ongelijk
Hoe heet onderdeel 3?
1. Huig
2. Strotklepje
3. Keelamandel
4. Gehemelte
5. Tong
Bij welke van onderstaande delen van het ademhalingsstelsel wordt de wand beschermt door kraakbeen?
1. Luchtpijp
2. Longblaasje
3. Bronchie
4. Luchtpijptakjes
Twee uitspraken:

Quinten zegt: De functie van de trilharen in de neusholte is het vasthouden van ziekteverwekkers
Milou zegt: De binnenkant van de luchtpijp bevat ook trilharen

Wie heeft gelijk?
1. Beide gelijk
2. Alleen Quinten gelijk
3. Alleen Milou gelijk
4. Beide ongelijk
BIj verslikken staat de huig OPEN/DICHT. Het strotklepje staan dan OPEN/DICHT
1. open - open
2. open - dicht
3. dicht - open
4. dicht - dicht
Bij welke van onderstaande handelingen staat de huig open?
1. ademhalen
2. slikken van voedsel
3. verslikken
Welke stof in sigaretten zorgt er voor dat bloed minder zuurstof kan vervoeren?
1. Teer
2. Nicotine
3. Koolstofmono-oxide
Zet in de juiste volgorde bij een buikademhaling (inademen)

1 De longen worden groter
2 De lucht stroomt naar binnen
3 Het middenrif beweegt omlaag (en de buikwand naar voren)
4 De borstholte wordt groter

Schijf de nummers achter elkaar (geen spatie, streepjes oid gebruiken)
Welke volumes maken deel uit van de vitale capaciteit?
1. ademvolume
2. restvolume
3. hoeveelheid lucht die bij een maximale inademing extra kan worden ingeademd
4. longvolume
5. hoeveelheid lucht die bij een maximale uitademing extra kan worden uitgeademd
Twee uitspraken:

Ken zegt: Als je lichaam meer wil verbranden gaan je hartslag en ademhaling omhoog
Wim zegt: Gemiddeld hebben meisjes meer energie nodig dan jongens

Wie heeft gelijk?
1. Beide gelijk
2. Ken heeft gelijk
3. Wim heeft gelijk
4. Beide ongelijk
Waar zitten de stembanden?
1. in de keelholte
2. in de luchtpijp
3. in het strottenhofd
4. bij de huig
Wat geeft nummer 7 aan?
Welk nummer geeft een bronchie aan?
1. 2
2. 8
3. 9
4. 10
Bij welk nummer of welke nummers vindt gaswisseling plaats?
1. 4
2. 5
3. 7
4. 8
5. 9
6. 10
Geeft B het zuurstofrijke of zuurstofarme bloed aan?

Geeft Y koolstofdioxide of zuurstof aan?
1. rijk - koolstofdioxide
2. rijk - zuurtsof
3. arm - koolstofdioxide
4. arm - zuurstof
Bij een normale inademing gaan de ribben OMHOOG/OMLAAG. Het middenrif beweegt dan OMHOOG/OMLAAG
1. omhoog - omhoog
2. omhoog - omlaag
3. omlaag - omhoog
4. omlaag - omlaag
................ is een chronische aandoening van de luchtwegen. Van tijd tot tijd, bij prikkelende stoffen of stoffen waarvoor de patiënt allergisch is, bij een verkoudheid of na een zware inspanning kan een aanval optreden. Deze wordt gekenmerkt door ontsteking en vernauwing van de luchtwegen, waardoor ze prikkelbaarder worden, een vergrote productie van slijm, benauwdheid, hoesten, piepende ademhaling en kortademigheid.

Welke longziekte betreft dit?
1. Hooikoorts
2. Astma
3. Bronchitis
4. Longemfyseem
Welke van onderstaande gewervelden zijn warmbloedig
1. vogels
2. vissen
3. zoogdieren
4. reptiel
5. amfibie
In 4 verschillende afgesloten bakken bevinden zich:

Bak 1: hamster, temperatuur is 3 graden
Bak 2: hamster, temperatuur is 22 graden
Bak 3: salamander, temperatuur is 3 graden
Bak 4: salamander, temperatuur is 22 graden

In welke bak zal het zuurtsofgehalte het minst dalen?
1. 1
2. 2
3. 3
4. 4
1. Voedsel gaat van 1 naar A
2. Voedsel gaat van 2 naar A
3. Voedsel gaat van 1 naar B
4. Voedsel gaat van 2 naar B
Waar bevindt zich trilhaarepitheel?
1. 1
2. 2
3. A
4. B
Enkele gegevens over de ademhaling van Fonske.
Wat is het maximale longvolume van Fonske?

vitale capaciteit 3,2 liter
ademvolume 0,4 liter
restvolume 1,4 liter
1. 5,0 liter
2. 4,6 liter
3. 3,6 liter
4. 4,2 liter
Bij Harm meten we de volgende waardes van de uitgeademde lucht:
zuurstof 17%;
koolstofdioxide 3%.
Wat is vermoedelijk de samenstelling geweest van zijn ingeademde lucht?
1. zuurstof 16%, koolstofdioxide 4%
2. zuurstof 21%, koolstofdioxide 4%
3. zuurstof 16%, koolstofdioxide 0,04%
4. zuurstof 21%, koolstofdioxide 0,04%
C = amfibie
E = reptiel
F = vogel

Manfred zegt: Bij een amfibie zal de gaswisseling in de longen sneller verlopen dan bij een reptiel
1. Juist
2. Onjuist
De hik is een fenomeen dat wereldwijd bekend is. Het komt voor bij mensen en bij andere zoogdieren. Bij de hik trekt het ........................... krachtig en onwillekeurig samen. Hierdoor stopt de ademhaling even.
Welke bewering is juist?
1. bloedvaten in de longen zijn, in tegenstelling tot luchtpijptakjes, sterk vertakt
2. bloedvaten in de longen en de luchtpijptakjes zijn beide sterk vertakt
3. bloedvaten in de longen en de luchtpijptakjes zijn beide niet sterk vertakt
4. luchtpijptakjes zijn, in tegenstelling tot bloedvaten in de longen, sterk vertakt
De bronchiën vertakken zich in steeds fijnere buisjes, de ..................................
Gaswisseling in de longen gaat snel door onder andere een groot ....................................